• Leasespecialist sinds 1999
  • Ongekend Flexibel
  • Persoonlijk en op maat

Gebruik ANPR-camera’s mag

In een rechtszaak over de bijtelling voor privégebruik van een auto van de zaak oordeelt Rechtbank Noord-Holland dat de belastingdienst ANPR-camerabeelden van de KLPD mag gebruiken.

De zaak ging over een werknemer die over 2010 en 2011 een rittenregistratie had bijgehouden ter voorkoming van de bijtelling. Deze administratie vertoonde volgens de belastingdienst gebreken. De werknemer heeft uiteindelijk drie verschillende versies overlegd, waarbij hij de eerdere versies steeds heeft verbeterd. Dat maakt bij de Rechtbank geen goede indruk: “Het feit dat er drie verschillende rittenregistraties zijn overgelegd, maakt reeds dat getwijfeld kan worden aan de betrouwbaarheid van de wijze waarop eiser zijn kilometers heeft geregistreerd. De verklaring van eiser dat er bij het overtypen van de kladgegevens in eerste instantie tikfouten zijn gemaakt, waardoor fouten zijn ontstaan, is onvoldoende om die twijfel weg te nemen”, aldus de Rechtbank.

De belastingdienst maakte bij de controle ook gebruik van twee camerawaarnemingen. Dit betreft de op dit moment veelvuldig door de belastingdienst gebruikte beelden van de snelwegcamera’s van de KLPD. Deze camera’s zijn voorzien van kentekenherkenning. De berijder stelde dat gebruik van deze beelden een ongeoorloofde inbreuk op zijn privacy betekent.

De rechtbank nam dit echter niet over. Volgens de rechtbank is gebruikmaking van deze beelden wettelijk toegestaan:
“De wettelijke basis voor het verkrijgen van deze informatie door verweerder is neergelegd in artikel 55 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Op grond van deze bepaling is het KLPD desgevraagd verplicht tot het verstrekken van gegevens aan de inspecteur die door de inspecteur ter uitvoering van de belastingwet worden gevraagd. Deze bepaling vormt naar het oordeel van de rechtbank voldoende wettelijke basis voor het verstrekken aan en verwerken door de Belastingdienst van de onderhavige gegevens. Ter bescherming van de privacy zijn voorts waarborgen opgenomen in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Gesteld noch gebleken is dat de Belastingdienst persoonsgegevens zou verwerken of bewaren in strijd met deze wet. Van de door eiser gestelde inbreuk is derhalve geen sprake”.

Wij merken hierbij op dat dit oordeel geen inhoudelijk oordeel is over het verwerken en bewaren van deze beelden. De reden daarvan is dat deze werknemer niet gesteld had dat dit strijdig is met de wet. Met name het bewaren is echter nog wel een omstreden punt. Daarover lopen op dit moment nog andere rechtszaken en een klacht bij het College Bescherming Persoongsgegevens. In afwachting daarvan is het aan te raden dit argument in voorkomende gevallen te blijven aanvoeren.