- Leasespecialist sinds 1999
- Ongekend Flexibel
- Persoonlijk en op maat
Het is belangrijk om regelmatig de bandenspanning te controleren. Tijdens het rijden ontsnapt er uit elke band een klein beetje lucht en een te lage bandenspanning is slecht voor het brandstofverbruik, maar ook voor de wegligging. Een te hoge bandenspanning zorgt voor snellere bandenslijtage en minder contact met het wegdek.
Je kunt eenvoudig zelf de bandenspanning controleren. Volg hiervoor deze stappen:
Stap 1
Zoek de juiste bandenspanning voor je auto. Deze is vaak te vinden in het instructieboekje, maar staat soms ook achter de tankklep of aan de binnenzijde van het portier.
Stap 2
Stel de bandenpomp in op de gewenste spanning. Controleer je bandenspanning bij voorkeur wanneer je die dag nog niet met de auto hebt gereden of maximaal 5 kilometer hebt afgelegd. De fabrikant kan een afwijkende spanning opgeven voor rijden met volle bepakking, aanhanger of caravan; houd daar rekening mee als je bijvoorbeeld op vakantie gaat.
Stap 3
Draai de ventieldop los en houd deze binnen handbereik. Je zal niet de eerste zijn die het dopje kwijtraakt. Sluit vervolgens de pomp op het ventiel aan. Houd het mondstuk recht en aangedrukt tot de band de juiste spanning heeft. Vaak hoor je een piepje vanaf de pomp wanneer deze de juiste spanning heeft bereikt. Vergeet na afloop niet de ventieldop weer op de band te draaien!
Stap 4
Als je toch de bandenspanning aan het controleren bent, denk dan ook aan het reservewiel. Het kan zijn dat het reservewiel kleiner is dan de rest van de banden. Een ‘thuiskomer’ heeft een hogere bandenspanning; kijk voor de juiste spanning in het instructieboekje van je auto.
Denk ook aan de bandenspanning als u op vakantie gaat. Rijden met een caravan vereist namelijk een afwijkende bandenspanning. Lees hier meer over in ons artikel ‘6 tips voor het rijden met een caravan’.
Twijfelt u of uw auto de juiste bandenspanning heeft of is het tijd voor een kleine- of grote onderhoudsbeurt? Plan eenvoudig online uw werkplaats afspraak in!
